Hoe whiplash in de mode kwam

Al weer enige tijd geleden promoveerde dr. Renckens op een studie waarin hij beschrijft hoe artsen regelmatig dwalen. Dr. Renckens noemt diverse modeziekten, en ook het post-whiplash-syndroom hoort daar volgens hem bij.

Het betoog is populair, vooral bij verzekeraars, maar echt overtuigend komt het op mij niet over. Er zijn aan het ontstaan van de “whiplash-epidemie” wel degelijk een aantal feitelijke wijzigingen vooraf gegaan.

Gerelateerd:

1. De Autogordel

Zo ontstond de verplichting om gordels te dragen. Dit zorgde ervoor dat mensen na een achteraanrijding niet langer door de voorruit, tegen het dashboard of tegen het stuur werden geslingerd. De betrokkenen konden het verhaal navertellen. Waar men eerder aanzienlijk ernstiger letsel opliep, kwam men er nu vanaf met “maar” een whiplash.

2. De Hoofdsteun

Ook ontstond rond 1980 de gewoonte om auto’s uit te rusten met een hoofdsteun. Het gevolg hiervan was dat het aangrijpingspunt van de “zweepslag” veranderde. Kreeg men voorheen een klap in de rug; nu kreeg men een klap in de nek. Waar voorheen vele rug- en nekwervels de achterwaartse kracht konden opvangen waren daarvoor nu nog slechts de bovenste twee tot drie wervels beschikbaar.

In bij verzekeraars populaire geschriften leest men met regelmaat dat een whiplash bij lage snelheden niet kán optreden, omdat er bij botsautootjes op de kermis ook geen letsel optreedt. Naast het feit dat er zelden iemand van boven de 40 in een botsautootje wordt gesignaleerd kan het feit dat de botsautootjes geen hoofdsteun hebben daarvoor een verklaring zijn.

3. De Hatchback

Dan begon rond 1980 de opmars van de kleine hatchbackauto. Deze auto’s kenmerken zich door een relatief stijve constructie van de achterkant van de auto. De achter passagiers zitten immers maar een paar decimeter voor de achterzijde van de auto. De kreukelzone verviel bijna volledig bij auto’s als de Fiat Panda, de Suzuki Swift of de Renault Twingo.

4. De Tweede Auto

Ook het gebruik van de auto wijzigde. In 1975 werden de auto’s nog vooral gebruikt door de kostwinner van het gezin. Dit is in de jaren nadien drastisch gewijzigd. Naast de grote auto, waarin nog steeds vooral mannen worden gesignaleerd, kwamen er ook veel kleinere auto’s, waarin men vaker vrouwen signaleert. De vrouwelijke inzittenden zijn dan om een tweetal redenen kwetsbaarder. Allereerst omdat een lichte auto bij een achteraanrijding veel harder wordt versneld, met als gevolg een hogere kracht van de zweepslag, en ten tweede omdat een vrouwelijke inzittende over het algemeen een minder gespierde nek heeft. Dit verklaart ook waarom het whiplashletsel meer bij vrouwen dan bij mannen optreedt.

Tenslotte wijzigde ook de inrichting van het wegennet. In 1975 bestond er amper een verkeerslicht. Zonder verkeerslicht ontstaat er uiteraard ook geen “verkeerslichtziekte”.

6. De File

Helemaal tot slot van dit niet uitputtend bedoelde overzicht: Ook de hoeveelheid auto’s wijzigde. Het is drukker op de weg. Eind jaren ’60 leerde Nederland de file kennen. Men kan niet van achteren aangereden worden in een file als er geen file staat.

Al deze zaken maken dat er vanaf het eind van de jaren ’80 indringend aandacht werd gevraagd voor het fenomeen whiplash. Whiplash kwam “in de mode” omdat zoveel mensen door een achter aanrijding letsel opliepen. Voeg daar dan nog bij dat de medische sector geen enkel antwoord had voor de aanhoudende pijnklachten, en zelfs volstrekt verkeerde behandelingen adviseerde, en het beeld is compleet. De patiënten lijden grote schade en daarom schakelen zij advocaten in. 

De medische wetenschap is een jonge wetenschap. Het is pas zo´n honderd jaar geleden dat de ergste onzin uit de spreekkamer van de huisarts verdween. Ook de huidige medische technieken zullen over 100 jaar uiterst gebrekkig blijken. Zo is bijvoorbeeld nog steeds niet duidelijk hoe een duif zijn richting bepaalt, maar dat betekent toch niet dat een duif bij gebrek aan “medisch objectiveerbare” toestanden zijn richting niet kán bepalen.

Niemand zou in ernst mogen beweren dat whiplash nooit een psychische component heeft. Ieder letsel heeft een psychische component, en vaak is de psychische component zelfs de enige component die zinvol te behandelen is. Soms is het zo moeilijk om de gevolgen van een ongeval te verwerken dat hulp zinvol is, maar iedere arts, psychiater, fysiotherapeut of neuro-linguïstisch programmeur die beweert dat whiplash alleen maar “tussen de oren zit” zalft kwak.

mr. E.J. Dennekamp, letselschadeadvocaat

U kunt uw vragen via het contactformulier hiernaast aan ons voorleggen, maar u kunt uiteraard ook bellen.

Zo’n telefoontje verplicht u tot niets: (030) 261 01 01