Schadeposten bij letselschade

Iedere letselschade is uniek. Ieder slachtoffer ervaart zijn of haar schade op een andere manier. Sommige schadeposten komen echter heel vaak voor. Hier vindt u een overzicht:

1. Smartengeld:

Kort gezegd: een vergoeding voor leed, pijn en gemiste levensvreugde als gevolg van lichamelijk of geestelijk letsel.

Een bijzonder vorm van smartengeld wordt gevormd door het “gemis van onstoffelijk voordeel”. Dit begrip wordt gehanteerd voor uitgaven die hun doel hebben gemist. Stel bijvoorbeeld dat u ten tijde van het ongeval onderweg was naar een lang weekend in de Ardennen. In plaats daarvan lag u met letselschade in het ziekenhuis. Op zich is uw financiële situatie niet veranderd door het ongeval. Toch is er schade. De schade wordt veroorzaakt doordat u tegenover de uitgave van € 350,00 niet meer het plezier heeft dat een lang weekend in de Ardennen met zich meebrengt. De waarde van dit “onstoffelijk voordeel” is dan te stellen op (minstens) € 350,00.

Op dezelfde wijze kunt u andere uitgaven die hun doel missen benaderen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan de kosten van paarden die u niet meer kunt berijden; de motorfiets waar u nog wel de wegenbelasting voor moet betalen.

NB veel informatie vindt u op onze site www.letselschademagazine.nl

2. Huishoudelijke hulp

–  door vrienden/familie; (NB: ook als u daarvoor niet betaalt!)
–  door ingehuurde kracht;
–  kosten inwonen bij anderen vanwege de verzorging;
–  verpleeghulp.
 
NB: let op bij het waarderen van de eigen bijdrage voor de huishoudelijke hulp. Soms is het gevolg van een schadevergoeding dat men een hogere eigen bijdrage voor de WMO moet gaan betalen. 

Zie ook de richtlijnen van de Letselschaderaad

3. Zelfwerkzaamheid 

–  schilderswerkzaamheden;
–  tuinieren;
–  opknappen/verbouwingen;
–  auto wassen;
–  hulp bij verhuizing.

4. Ziektekosten, medische kosten:

–  eigen risico;
–  verlies van no-claim voor de ziektekostenverzekering;
–  kosten protheses, aangepast schoeisel e.d.;
–  niet verzekerde kosten, fysiotherapie, alternatieve geneeswijzen, opvang e.d.;
–  toekomstige ziektekosten; bijvoorbeeld bij tandheelkundige protheses: een brug heeft een beperkte levensduur; hetzelfde geldt voor orthopedische hulpmiddelen.

5. Reiskosten/kosten begeleiding

–  bezoeken aan artsen, ziekenhuis, fysiotherapie, bedrijfsartsen e.d.;
–  extra kosten i.v.m. reizen; b.v. auto i.p.v. fiets;
–  grotere auto i.v.m. rolstoelvervoer;
–  eigen bijdrage aangepast vervoer;
–  opgenomen vakantiedagen voor bijvoorbeeld de begeleiding en verzorging van kinderen;
–  oppas vanwege arts/zie­kenhuis­bezoek.
–  taxikosten gemaakt door vrienden en familie;

NB: ook de partner die zijn vrije tijd opoffert om bijvoorbeeld taxichauffeur te spelen heeft recht op een vergoeding.
 

6. Vakanties/Sport en Spel:

–  hogere kosten, omdat slapen op een luchtbed of varen met een boot niet meer gaat;
–  renteverlies bij een aanschaf, bijvoorbeeld caravan i.p.v. tent;
–  kosten van aangepaste sportbeoefening; een sportrolstoel bijvoorbeeld, maar ook de hogere reiskosten in verband met de reisafstand voor training en wedstrijden;
– Scootmobiel voor op de camping; voor als u door een ongeval een beperkte loopafstand heeft gekregen;
– meerkosten voor hobby’s; als u bijvoorbeeld niet meer met het openbaar vervoer naar de uitwedstrijden van uw voetbalclub kunt.
 

7. Aanpassingen van de thuissituatie:

–  verplichte verhuizing;
–  Doorlopende kosten woning bij verblijf in ziekenhuis of verpleeginrichting;
–  extra energiekosten vanwege gedwongen thuiszitten;
–  aangepast meubilair;
–  aangepaste woning;
–  kinderoppas;
 

8. Annuleringen/afzeggingen/zinloos geworden uitgaven:

–  vakanties die al geboekt zijn; Ook als u bijvoorbeeld wél meegaat op wintersport, maar door het ongeval niet kunt skiën;
–  abonnementen op bijv. sport­school, dansles;
–  cursuskosten, examengelden, nutteloos geworden studieboeken;
–  zinloos geworden (doorlopende) uitgaven voor bijvoorbeeld een paard, een motorfiets, een boot terwijl het niet meer mogelijk is daar gebruik van te maken.

(NB: heel vaak zal men u zeggen dat dit geen schade is. U zou immers ook zonder ongeval deze uitgaven hebben gedaan. Dat klinkt logisch, maar het is niet juist. Het verschil is dat u zonder ongeval ook plezier van uw uitgaven gehad zou hebben. Het gemiste “onstoffelijke” voordeel is de schade en dit is een aparte schadepost!)

9. Tijdverlies:

– tijd gemoeid met trainingen, bezoek aan artsen e.d.

10. Verlies verdienvermogen (inkomensverlies):

–  lager salaris;
–  pensioenverlies, waaronder ook het gemis in opbouw voor een nabestaandenpensioen;
–  levensloopregeling;
–  verlies reiskostenvergoeding (het deel dat bijdraagt aan de vaste lasten);
–  onkostenvergoeding (voorzover daar geen reële kosten tegenover stonden);
–  loon in natura als kleedgeld, lunch, koffie, soep etc.;
–  representatiekosten;
–  achterblijvende (automatische) salarisverhoging;
–  provisie, tantième, bonus, winstdeling, 13e maand, gratificatie;
–  werkgeversbijdrage ziektekostenverzekering;
–  premies WIA-gat-verzekering;
–  collectiviteitskorting, bijvoorbeeld voor (ziektekosten)verzekeringen of hypotheken;
–  spaarregelingen;
–  premie ongevallen/invaliditeitsverzekering (vaak via CAO geregeld);
–  vakantiegeld, vakantiebonnen;
–  lagere fiscale aftrekposten, of aftrek tegen een lager tarief;
–  gemis aanvullende alleenstaande ouderkorting of arbeidskorting;
–  gemis lease-auto;

–  gemiste vergoedingen voor kinderopvang;
–  verstrekking bij 12,5 of 25 jarig dienstverband;
–  uitgaven voor scholing.

Bijzondere posten bij de begroting van het inkomensverlies van zelfstandigen, waaronder ZZP-ers:

–  verlies fiscale mogelijkheden: afschrijvingen, FOR, zelfstandigenaftrek, mogelijkheid auto op de zaak te zetten, etc.;
–  waardeverlies door gedwongen verkoop bedrijf, bedrijfspand of bedrijfsmiddelen.

11. Verlies van rechten in de sociale zekerheid:

Het komt bijvoorbeeld nogal eens voor dat een slachtoffer na een ongeval in de WW belandt. Een eenmaal gebruikt WW-recht dient weer opgebouwd te worden. 
 

12. Telefoonkosten/porto en kopieerkosten

13. Verzekeringen:

–  denk aan de onmogelijkheid verzekeringen en/of hypotheken af te sluiten (tegen normale voorwaarden). Hogere premie, of uitsluitingen;
–  kosten van een verzekering i.v.m. handicap; bijvoorbeeld een “eenogigenverzekering” een verzekering voor het ene oog als het andere verloren is gegaan door een ongeval.

14. Schadebeperkende maatregelen:

– kosten bedoeld om schade te beperken. 

NB: Óók wanneer de maatregelen niet succesvol zijn. Voldoende is dat het redelijk was om te denken dat die maatregelen succesvol konden zijn. De schadebeperkingsplicht rust ook op de aansprakelijke partij. 
 

15. Wettelijke rente: 

– De wettelijke rente over het smartengeld begint te lopen op de datum van het ongeval. De wettelijke rente over de meeste overige posten loopt vanaf het ontstaan van de schade. De wettelijke rente over de toekomstige schade loopt vanaf het moment van kapitalisatie.
 
Als gezegd: iedere schade is uniek. Graag houden wij ons beschikbaar voor uw aanvullingen; u kunt ze kwijt in het formulier hier rechts op de pagina.
 
Ook voor úw vragen over schade, schadeposten en aansprakelijkheid staan wij graag tot uw beschikking. U kunt deze via het contactformulier aan ons voorleggen, maar u kunt uiteraard ook bellen. Het rechtstreekse telefoonnummer is (030) 261 01 01